14 januari 2011

Attention Restoration Theory (Kaplan & Kaplan)

De mens beschikt over aandacht om ervoor te zorgen dat hij zich op een deel van de informatie die binnenkomt kan concentreren. Voor dit concentreren zijn twee soorten aandacht nodig: 
  1. selectieve aandacht die ons in staat stelt om belangrijke informatie te verwerken en 
  2. gefocuste aandacht die ons in staat stelt om ongewenste informatie te negeren. 
Aandacht vereist dus het behoud van concentratie, ondanks afleiding, verveling, frustratie en/of moeheid. Het stelt mensen in staat lang genoeg met een taak bezig te zijn om vooruitgang te boeken en effectief bezig te zijn. Een goede aandacht leidt tot het sneller afronden van een taak, een gebrekkige aandacht kan leiden tot het niet opnemen van kennis en kan daarmee van grote invloed zijn op leerprestaties. Leerlingen met leermoeilijkheden zijn vaak kinderen die gemakkelijk afgeleid worden en moeite hebben om langere tijd op te letten en zich te concentreren.
Veel studeren leidt tot aandachtsvermoeidheid
ART onderzoekt het herstellen van vermoeidheid die veroorzaakt wordt door gerichte aandacht. Ongerichte aandacht is aandacht waarbij iemand zich niet bewust hoeft in te spannen. Voor gerichte aandacht is inspanning nodig om: 
  1. jezelf af te sluiten van de afleiding om je heen en 
  2. jezelf te concentreren op de taak waar je mee bezig bent. 
ART gaat er vanuit dat zwaar geestelijk werk leidt tot gerichte aandachtsvermoeidheid (Directed Attention Fatigue). Als mensen last hebben van aandachtsvermoeidheid zijn ze snel afgeleid, snel geïrriteerd en minder geneigd om anderen te helpen. Bovendien neemt de productiviteit af en de kans op ongelukken toe.


Voor normaal cognitief functioneren heeft de mens een bepaalde hoeveelheid aandacht nodig. Deze hoeveelheid zorgt ervoor dat afleidende factoren geremd worden. Als er meer afleiding aanwezig is, dan wordt deze remming (inhibitie) lastiger en daardoor zal de cognitieve activiteit verminderen. Het inhibitieniveau moet verhoogd worden als er veel afleiding aanwezig is tijdens een urgente activiteit. Deze verhoging kost energie en leidt bij langdurige verhoging tot aandachtsvermoeidheid. Om het inhibitieniveau terug te brengen naar het basisniveau is rust nodig. Kort gezegd, mentale inspanning leidt tot aandachtsvermoeidheid en dit leidt tot een afname van de aandachtscapaciteit. 


In een omgeving waar sprake is van ongerichte aandacht wordt de gerichte aandachtsvermoeidheid gereduceerd. Vier aspecten van een omgeving zijn belangrijk voor de snelheid van restoratie:
  1. Weg zijn (Being away): hieraan wordt voldaan door naar een andere situatie te ontsnappen, en afstand te nemen en uit te stellen waar je mee bezig was. Het gaat hier dus om het geestelijk weg zijn, bijvoorbeeld door even uit het raam kijken.
  2. Fascinatie (Fascination): hieraan wordt voldaan als de inhoud van en de gebeurtenissen in een omgeving fascinerend zijn. Stimuli die een direct fascinerende kwaliteit hebben zijn namelijk goed voor de ongerichte aandacht. Het bezoeken van een omgeving die meer tot de verbeelding spreekt zal tot een versnelde restoratie leiden. Een ervaring van gemiddelde fascinatie, bijvoorbeeld wandelen in de natuur, is gewenst en wordt ook wel rustige fascinatie (soft fascination) genoemd. Drukke fascinatie (hard fascination) is daarentegen bijvoorbeeld het kijken naar een autorace. In een omgeving met rustige fascinatie wordt sneller bijgekomen van gerichte aandachtsvermoeidheid, dan in een omgeving met drukke fascinatie.
  3. Samenhang (Coherence/extent): hieraan wordt voldaan als er samenhang in de omgeving is (bijv. bomen, struiken en water in een natuurlijke omgeving) en de omvang van de omgeving groot genoeg is. Als in een omgeving sprake is van samenhang en uitgebreidheid, zal dit een versnelde restoratie tot gevolg hebben.
  4. Verenigbaarheid (Compatibility): hieraan wordt voldaan als de beschikbare informatie over een omgeving te verenigen is met de persoonlijke doelen van een persoon. Wanneer deze te verenigen zijn, zal in die omgeving een versnelde restoratie plaatsvinden.
Natuurlijke omgevingen blijken meestal aan de bovenstaande aspecten te voldoen. Volgens Ulrich zijn bedreigende en extreme natuurlijke omgevingen niet restoratief; gevaarlijke beesten roepen onvrijwillige aandacht en fascinatie op, maar de effecten zijn verre van restoratief. 
Mediteren is een goede manier om de aandacht te herstellen
In andere natuurlijke omgevingen wordt volgens de theorie sneller bijgekomen van stress en gerichte aandachtsvermoeidheid, dan in een niet-natuurlijke omgeving. Hierbij moet gezegd worden dat niet-natuurlijke omgevingen ook een restoratief effect kunnen hebben. Zo zullen stedelijke omgevingen zoals de oude binnensteden van bijvoorbeeld Venetië en Praag de voorkeur verdienen boven bossen met een monotone samenstelling. Volgens onderzoeker Staats komt dit doordat er in stedelijke omgevingen een grotere sociale stimulatie is (meer amusement, gezelligheid en culturele evenementen).


Volgens de theorie van Kaplan en Kaplan kan een individu in een restoratieve omgeving vier opeenvolgende stadia van restoratie beleven. 
  1. In het eerste stadium ‘leegmaken van het hoofd’ zoemen willekeurige gedachten door het hoofd die langzaam verdwijnen. 
  2. In het tweede stadium vindt herstel van gerichte aandachtsvermoeidheid plaats. 
  3. In het derde stadium is sprake van ‘cognitieve stilte’, waardoor men verwaarloosde gedachten en belangen kan behandelen. Rustige fascinatie wordt bevorderd en het hoofd wordt verder ‘leeggemaakt’. 
  4. In het laatste stadium kan men reflecteren op het eigen leven en worden de prioriteiten, mogelijkheden, handelingen en doelen van het leven behandeld. 
Er wordt verondersteld dat in reflectie (derde en vierde stadium) een krachtiger en intenser restoratief effect zit dan in aandachtsherstel (eerste en tweede stadium).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten